Ga naar de inhoud

Waarom ik niet in writers’ block geloof

Schrijven met je kadaver! Dat zeiden we altijd spottend tegen elkaar als we elkaar wilden aanmoedigen op de redactie waar ik vroeger werkte in Delft. Dat was de redactie waar ik mijn carrière begon als journalist bij de Haagsche Courant.

We zaten daar met een groep mensen op een etage aan de Oude Delft en we hadden een enorm grote pot koffie en die trok ons door de dag. We waren de hele dag bezig met verhalen maken. Groot verhalen, kleine verhalen, interviews, maar vooral een hele grote berg kleine berichten. Want ja, de pagina’s moest er gewoon gevuld. We gingen almaar door.

Ik ben ervan overtuigd dat als je kunt praten, kun je ook schrijven. Sterker nog, nu met AI is het zo ontzettend simpel om jouw woorden die je uitspreekt om te zetten in tekst. Dat je eigenlijk geen excuus meer kunt hebben waarom je niet zou kunnen schrijven. Dan ben je natuurlijk niet klaar. Dan moet nog wel polijsten en de woorden misschien nog wat omdraaien en wat eruit halen.

Dus eigenlijk ben ik ervan overtuigd dat writers’ block niet bestaat. En als je kunt praten kun je ook schrijven. En als je vast komt te zitten met schrijven, dus als je denkt dat je writers’ block hebt, dan is het heel vaak iets anders, heb ik geleerd. Een paar jaar geleden ben ik naar Robert McKee toegegaan. Hij is echt dé meester in het ontleden, analyseren en uitleggen hoe filmscenario’s werken. En Robert McKee zei, als je writers’ block hebt, hij gelooft er dus ook niet in, dan heb je gewoon niet genoeg research gedaan. Dan weet je gewoon nog niet genoeg. Je weet gewoon nog niet wat je wilt schrijven.

En ik ben er eigenlijk even over na gaan denken en ik denk ook dat het zo is. Er zijn ook nog wel andere dingen, maar research is wel een van de belangrijke dingen, denk ik. Want als je dus niet meer verder kunt en niet meer weet wat je moet schrijven, dan weet je kennelijk niet wat je moet opschrijven. Dus dan moet je verder op zoek, dan moet je dus weer de boeken in, dan moet je weer online gaan, dan moet je met mensen praten. En dan moet je dus op meer nadenken en dan moet je dus voor jezelf formuleren hoe je verder kunt komen.

En dan is er nog iets anders en dat bleek eigenlijk al een beetje uit het voorbeeld met die onelegante zin van ‘schrijf met je kadaver’. Schrijven is een ambacht. Wij konden ons niet veroorloven om lege pagina’s in de krant te hebben, dus we moesten wel schrijven. We konden niet zeggen ‘ik trek het vandaag even niet’. Nee, je moest gewoon je woorden op een rijtje zetten. En als het niet liep, dan liet je er iemand anders naar kijken in het ergste geval. Die hielp je dan op weg. Maar je moest gewoon schrijven. Het is een ambacht en hoe meer je het doet, hoe beter het wordt en hoe makkelijker het wordt.

Ik kan me voorstellen dat als jij zelf bezig bent met je eigen boek als ondernemer, dat je misschien ook wel vast komt te zitten. Ik zou zeggen, blijf niet vastzitten. Doe iets met deze tips. Of boek een keer een gratis sessie in met mij. Dan geef ik je meer tips om verder te komen.